Melonpan zijn zoete Japanse broodjes met een dun laagje koekjesdeeg. Er zitten veel stappen in de bereiding, maar vers gebakken is Melonpan het verrukkelijk!
Laten we beginnen met het koekjesdeeg. Klop eerst de boter totdat hij romig is. Voeg geleidelijk de suiker erbij, en blijf dit mixen totdat het opgelost is in de boter.
Wanneer het wit begint te worden voeg je de geklopte eieren toe en meng je goed. Voeg niet al het ei tegelijkertijd toe, anders scheidt de boter zich. Zorg ervoor dat de boter en ei allebei op kamertemperatuur zijn (ca. 20°C) voordat je ze gebruikt. Zo mengen ze beter en lost de suiker er beter in op.
Voeg het bakpoeder toe aan de bloem en meng het met een spatel. Zeef dit bloemmengsel in een kom. Zeef het nogmaals.
Voeg 1/3e van de bloem toe aan het botermengsel. Meng dit een beetje met een spatel. Voeg nog 1/3e van het bloem toe en meng weer een beetje. Meng de rest van de bloem er door en blijf roeren tot de bloem grondig gemengd is, maar wees voorzichtig dat je het deeg niet teveel mixt.
Plaats het deeg op een bakplaat bedekt met plasticfolie. Bedek je handen met bloem en rol het deeg in een rol. Bedek de rol met plasticfolie en laat het meer dan 1 uur afkoelen in de koelkast.
Brooddeeg en eerste gisting
Vervolgens maken we het brooddeeg. Voeg de suiker, zout, melkpoeder en gist toe aan de bloem. Meng het bloemmengsel goed door elkaar. Verdun het geklopte ei met het warme water. Giet dit beetje bij beetje door de bloem en roer met een spatel totdat je een gladde massa hebt.
Maak de spatel schoon met een schraper en plaats het bloemmengsel op een plank. Voeg het kruimige mengsel samen en maak er een bal van. Kneed het kort fijn met je handen.
Gooi het deeg tegen een snijplank, vouw het weg van je, pak de zijkant van de deeg en gooi het opnieuw tegen de snijplank. Verzamel het deeg bij elkaar met een schraper. Kneed het deeg met je handen en gebruik hierbij je lichaamsgewicht. Herhaal dit proces totdat het deeg minder plakkerig is.
Maak het deeg plat en smeer de boter er op. Vouw de rand van de buitenkant naar binnen en kneed de boter er doorheen. Als de boter er goed in vermengd is, verzamel je het deeg met de schraper en vorm je een deegbal.
Zoals we eerder lieten zien, gooi je het deeg weer op de snijplank. Kneed het deeg op de snijplank en gooi het weer. Herhaal dit proces van gooien en rollen voor 10 minuten. Het deeg is nu glad en glanzend.
Zoals je ziet in de video, vorm het deeg in een bal en leg het terug in de kom. Bedek met plasticfolie en laat het rusten op een warme plek voor 40 minuten. Een heteluchtoven kan op fermentatietemperatuur gezet worden. (37 °C / 98.6 F)
Het deeg is nu 50% toegenomen in volume. Verwijder de plasticfolie. Bedek je vinger met bloem en druk met je vinger een gat in het deeg. Als het gat snel verdwijnt zal het deeg nog langer moeten gisten. Weeg het deeg voor het totaalgewicht.
Strooi bloem over een snijplank en leg daar het deeg op. Druk het deeg plat om de lucht er in te verwijderen. Rol het deeg tot een lange rol. Verdeel het deeg in 5 gelijke stukken. Zorg er voor dat ze even zwaar zijn.
Spreid het deeg naar de kant waar je het gesneden hebt, zodat elk deegballetje een gladde, bolle vorm heeft. Zorg er voor dat de bodem goed dicht is. Leg de deegballetjes verspreid op een bakplaat bedekt met bloem. Bedek dit geheel met plasticfolie en laat ze 20 minuten rusten op kamertemperatuur.
Vormen van het koekjesdeeg
Verdeel in de tussentijd het koekjesdeeg in ronde plakken. Verdeel het deeg in 5 stukken. Weeg elk stukje en zorg ervoor dat ze allemaal even veel wegen. Strooi een beetje bloem over je handen en vorm elk stuk deeg naar een bal.
Leg de bal op plasticfolie, bedek dit met nog een laag plasticfolie en druk het plat met de zijkant van de schraper. Door een tekening van een cirkel met een diameter van 9 cm onder het folie te plaatsen wordt het makkelijker om de koekplakken even groot te maken.
Leg de koekjesdeeg plakken op een plaat besprenkeld met bloem. Plaats de plaat in de koelkast terwijl het deeg rust. Dit zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om met het koekjesdeeg om te gaan.
Tweede gisting en bakken
Laten we het deeg vormen naar Melonpan. Hervorm elk stuk brooddeeg naar een bal, bedek dit met een plak koekjesdeeg en pas de vorm aan. Hou het deeg op zijn kop en strek het koekjesdeeg uit naar het midden.
Knijp de bodem van het brooddeeg samen, houd de Melonpan hier aan vast en rol het koekjesdeeg in een laagje suiker. Houd de Melonpan in de palm van je hand en maak een diamant patroon op de bovenkant met een schraper.
Leg de Melonpan op een bakplaat bedekt met bakpapier.
Zet de Melonpan in een warme plek voor een tweede gisting. Onze heteluchtoven zorgt er voor dat de binnenkant op 37 °C blijft. Na 40 minuten horen de Melonpan ongeveer twee keer zo groot te zijn geworden.
Laten we de Melonpan bakken. Verwarm de oven voor op 170°C en bak de Melonpan in ongeveer 12 minuten. Wanneer elke Melonpan een beetje begint te bruinen aan de bovenkant kun je de bakplaat er uit halen. Laat ze afkoelen en daarna zijn ze klaar om te serveren!
Notities
Als Johakuto of poedersuiker niet beschikbaar is, kan je ook kristalsuiker vermalen met een blender of keukenmachine. Als je die apparatuur niet hebt, kan je ook gewone kristalsuiker gebruiken maar probeer dit dan te mengen totdat het deeg niet langer korrelig aanvoelt. Wij gebruikten Johakuto suiker in dit recept. Johakuto is de meest gebruikte suiker in Japan en heeft een licht vochtige textuur. (Dit is te vergelijken met Witte basterdsuiker)
Wanneer je het koekjesdeeg maakt, verwijder de boter die aan de garde blijft hangen zo goed mogelijk en voeg het toe aan de kom. Dit proces is belangrijk om alle afmetingen accuraat te houden.
Let er op dat de eieren en boter op kamertemperatuur zijn (ongeveer 20°C). Wanneer je met je vinger in de boter duwt, zou het zacht genoeg moeten zijn om een deuk er in te maken.
Het fermentatieproces is afhankelijk van de temperatuur, dus let er op dat het niet te veel rijst. Je kan het deeg ook laten rijzen in een piepschuimen doos met warm water. Als je dat doet, bedek de kom met een plastic zak en zorg er voor dat de stoom het deeg niet nat maakt.